Skip to main content

Jubileum Bachkoor Nijmegen: 1945-2025

| Nieuws

bachkoor nijmegen matthauspassion1955 origineelDit jaar bestaat het Bachkoor Nijmegen 80 jaar. Het koor heeft sinds 1945 een duidelijk zichtbare plaats in het Nijmeegse cultuurlandschap, en staat daarmee in een lange traditie.


Dertig jaar geleden verscheen van de hand van Henk Meijer een jubileumboek over de oprichting van het koor en de eerste 50 jaren. Henk was tot aan zijn overlijden in 2019 een enthousiast en zeer betrokken koorlid. Hij ontsloot het archief van het koor (inhoud vanaf de oprichting tot het jaar 2019) en bracht het onder bij het Regionaal Archief Nijmegen.

De geboorte van een Nijmeegse traditie

Tachtig jaar geleden was 't een andere tijd. In het bevrijdingsjaar 1945 werd het ”Comité Nijmeegse Matthäus Passion” gevormd. Dat comité, dat onder leiding stond van Franciscaner pater John Knipping, organiseerde in het jaar daarop (24 april 1946) een uitvoering van de Matthäus Passion. Uit dat initiatief is de Stichting (sinds 1972: Vereniging) Bachkoor Nijmegen voortgekomen.

bachkoor nijmegen matthaus passion 80 jarig bestaan 1

Piet Versloot

bachkoor nijmegen vermanende brief Piet VerslootDe begintijd van het koor werd in hoge mate bepaald door de naoorlogse atmosfeer van opbouw. Mede dankzij de contacten van de toenmalige dirigent Piet Versloot was de werving van koorleden voor de 1946 MP-uitvoering zeer succesvol: men wist zo’n 140 zangers bij elkaar te krijgen. Er werd een goed team van solisten aangetrokken, die zo vriendelijk waren hun financiële verlangens te matigen, rekening houdend met de benarde financiële positie van de stad Nijmegen. De uitvoering was een succes, de zaal was uitverkocht en de pers positief. Een traditie was geboren.

Versloot overleed eind 1957.

 

 

 

 

 

Leo Pappenheim

bachkoor nijmegen de jonge leo pappenheimVersloot werd in 1959 opgevolgd door Leo Pappenheim. Pappenheim is een dirigent geweest met een opvallend verleden, zwaar getekend door de oorlog. Pappenheim werd geboren in 1896 in Amsterdam waar hij zijn eerste pianolessen kreeg van Arie Belefante. Net als veel jonge musici uit die tijd ging hij in Duitsland studeren, o.a. orkestdirectie. In 1916 maakte hij zijn debuut als dirigent en kreeg hij een aanstelling bij het Stadstheater Wuppertal. Er volgden meerdere contracten in Duitse steden. In 1933 keerde hij vanwege het politieke klimaat en zijn joodse afkomst terug naar Nederland; hij woonde daarna enkele jaren in Den Haag.

In 1940 kon een joodse violist niet meer soleren, en joodse componisten werden niet meer geprogrammeerd. Pappenheim werd slechts ingezet bij radioconcerten. Dit alles vond plaats nog voordat orkest en bestuur de ariërverklaring moesten ondertekenen. Een jaar later moesten in Arnhem joodse orkestleden en de dirigent stoppen met musiceren. Verzet hiertegen was minimaal.

Anderhalf jaar na zijn ontslag, in december 1942, werd Leo Pappenheim afgevoerd naar kamp Westerbork. Daar bestond sinds 25 november 1940 een symfonieorkest, de zgn. Gruppe Musik Lager Westerbork. De kampcommandant Gemmeker was tegendraads met het curieuze gevolg dat binnen het kamp alleen werk van joodse componisten gespeeld mocht worden, van Bloch, Mendelssohn of Mahler. Pappenheim dirigeerde één van de orkesten, en dat hielp zijn transport naar Theresienstadt uit te stellen tot september 1944. In Theresienstadt bestond een hoogstaand georganiseerd wetenschappelijk en cultureel leven, in dienst van propaganda. Pappenheim werd er een van de actieve dirigenten; bekend is dat hij er bijv. Offenbachs opera Hoffmanns Erzählungen leidde. Hij ontsnapte dankzij deze muzikale activiteiten aan definitieve deportatie naar Auschwitz, en overleefde de oorlog.

Vanaf 1945 leidde Pappenheim koren en orkesten in de ruime omgeving van Arnhem, o.a. het Gelders Opera en Operette Gezelschap, de Apeldoornse Operettevereniging en het Genneps Vocaal Ensemble. In 1959 kwam hij ook bij het Bachkoor terecht, waar inmiddels al de Matthäus traditie bestond.

bachkoor nijmegen Briefje Aafje HeynisBij het Bachkoor Nijmegen dirigeerde hij tussen 1959 en 1976 jaarlijks Bachs Matthäus Passion met het Gelders Orkest in het Nijmeegse concertgebouw De Vereeniging. Daarnaast leidde hij andere belangrijke concerten in Nijmegen, zoals bijvoorbeeld het concert ter gelegenheid van de heropening van de Stevenskerk in 1967 na de restauratie. 

Leo Pappenheim werd in 1971, bij zijn 75e verjaardag en 50-jarig dirigenten-jubileum, benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau. Hij overleed in 1982. In de Arnhemsche Courant werd hij herdacht als ‘de nestor van de Nederlandse dirigenten’ en ook als een van Nederlands meest veelzijdige dirigenten. Pappenheim ligt begraven op de Arnhemse begraafplaats Moscova.

In de tijd van Versloot en Pappenheim was het trouwens gebruikelijk dat de bestuursleden van het koor niet meezongen. Het besturen van het koor werd toen meer gezien als een zakelijke functie. Pas vanaf verder in de jaren '70 waren bestuursleden ook zelf actief als zanger.

Tot 1974 was het gewoonte om ook de generale repetitie van de Matthäus Passion uit te voeren met publiek.

Na Pappenheim...

bachkoor nijmegen matthauspassion1982In 1977 werd de toen 81-jarige Pappenheim opgevolgd door Toon Vermeulen, de derde dirigent sinds '45. Aanleiding van Pappenheims vertrek waren een aantal minder geslaagde concerten. Pa Vermeulen bleef dirigent tot 1985. Vermeulen was koordirigent en cantor-organist in Utrecht. In zijn tijd werd de Matthäus Passion geregeld uitgevoerd samen met het "jongenskoor van de Schola Cantorum der Kathedrale Basiliek van St Jan" te Den Bosch. Onder Vermeulen werd het inzingen ingevoerd -- Pappenheim deed daar niet aan. Vermeulen was ook kritischer dan zijn voorganger, zo staat te lezen in Henk Meijer's herinneringen.

Na Toon Vermeulen werd Louis Buskens repetitor gedurende 13 jaar (1986-1999), met een tijd Jac van Steen als uitvoerend dirigent van 1986 tot 1989. Buskens deed eerst een studie natuurkunde voordat hij naar het conservatorium ging. Zijn vader was lid van de Schola Cantorum in Den Bosch, en muziek werd daarmee van jongs af aan met de paplepel ingegoten. Jac van Steen leerde hij kennen op het conservatorium. Zijn entree bij het Bachkoor Nijmegen samen met Jac van Steen begon hectisch: begin 1986 moesten ze hals-over-kop samen de Johannes Passion instuderen - die passie stond namelijk al op het concertprogramma gepland.

Na Louis Buskens trad Rob Vermeulen aan, als vijfde dirigent sinds 1945. Rob vierde zijn 25-jarig jubileum bij het Bachkoor Nijmegen in 2024.

Tekst: Marijke, Louis, Sebilla